NJ 1980, 90
HR, 15-05-1979, nr. 70491
HR 15-05-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC4137, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 1979
- Magistraten
Moons, Royer, Van Den Blink, De Waard, Hermans
- Zaaknummer
70491
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AC4137
- JCDI
JCDI:ADS160407:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC4137, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC4137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑1979
- Wetingang
Essentie
Eigen wetenschap.
Zelf waargenomen of ondervonden.
Verklaring van verdachte is redengevend voor het bewijs.
Toereikend bewijs van binnen Nederland brengen.
Voortgezette handeling; geen toetsing in cassatie.
Onbegrijpelijke strafmotivering en dubbelzinnige strafoplegging (AG).
Samenvatting
De verklaringen van verdachte 1. dat zij ‘begreep dat deze (koffers) heroine bevatten’, en 2. dat zij vernam dat haar broer ‘door de douane is aangehouden toen er bij controle heroine in zijn koffers bleek te zitten’ heeft het Hof aldus kunnen opvatten dat zij daarmee tot uitdrukking bracht: ad. 1 dat degenen die de koffers brachten haar toen hadden gezegd dat er heroine inzat, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.