HR, 10-04-1979, nr. 70511

Documentgegevens:

HR 10-04-1979, ECLI:NL:HR:1979:AC1371, m.nt. Th.W. van Veen

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 10 april 1979
Magistraten: Moons, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt, De Waard
Zaaknummer: 70511
Noot: Th.W. van Veen
LJN: AC1371
JCDI: JCDI:ADS160373:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1979:AC1371, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑04‑1979
Wetingang: Sv art. 125g; EVRM art. 8

Essentie

1. Uitlegging van art. 125g Sv.

2. Niet toegestane inmenging van enig openbaar gezag m.b.t. de uitoefening van een recht bedoeld in art. 8 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Samenvatting

1. In het licht van de geschiedenis van art. 125g Sv. en gelet op de regeling welke m.b.t. inbeslagneming en huiszoeking bij ‘geheimhouders’ is getroffen, moet worden aangenomen dat de wetgever bij het toekennen van de in art. 125g genoemde bevoegdheid aan de R-C tot het doen afluisteren van telefoongesprekken ervan is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.