NJ 1979, 419
HR, 27-03-1979, nr. 70376U
HR 27-03-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC6540
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 1979
- Magistraten
Minkenhof, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt, De Waard
- Zaaknummer
70376U
- LJN
AC6540
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC6540, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC6540, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑1979
- Wetingang
Essentie
De aanduiding van het tijdstip van het begaan en het feit waarvoor uitlevering kan worden toegestaan is genoegzaam.
Onverwijld aantonen van schuld.
Samenvatting
De uiteenzetting der feiten behoefde niet tot uitdrukking te brengen of de opgeeiste persoon pleger, medepleger, uitlokker of medeplichtige zou zijn.
Middel: De mede-verdachte heeft onder ede verklaard de opgeeiste persoon niet te kennen.
HR: Het was aan de Rb. voorbehouden te beoordelen welke betekenis aan deze verklaring diende te worden toegekend. Zij is in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen ‘dat de raadsman niet onverwijld de onschuld van de opgeeiste persoon heeft kunnen aantonen’. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.