HR, 14-03-1978, nr. 69398

Documentgegevens:

HR 14-03-1978, ECLI:NL:PHR:1978:AD6940, m.nt. Th.W. van Veen

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 14 maart 1978
Magistraten: Moons, Bronkhorst, Royer, Van Den Blink, Wijnholt
Zaaknummer: 69398
Noot: Th.W. van Veen
LJN: AD6940
JCDI: JCDI:ADS160265:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1978:AD6940, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑1978
ECLI:NL:PHR:1978:AD6940, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑1978
Wetingang: Sv art. 338; Sv art. 359; Sv art. 244; Sv art. 441; WVW art. 26; WVW art. 33a; Bloedproefbesch. art. 6; Bloedproefbesch. art. 12

Essentie

Bloedmonster — in afwachting van toestemming van verdachte — op het politiebureau bewaard; het bloedonderzoek-rapport mocht niet voor het bewijs worden gebruikt.

Samenvatting

Alleen uit een onderzoek van een bloedmonster ten aanzien waarvan de aanwijzingen van de minister van Justitie zijn nageleefd, mogen gevolgtrekkingen worden gemaakt ten aanzien van het alcoholgehalte van het bloed.

In de ministeriele aanwijzingen ligt besloten dat, indien bloed is afgenomen van een verdachte die niet in staat is zijn wil kenbaar te maken, de toezending aan het laboratorium zonder verder uitstel geschiedt. Daar dit verzuim niet meer kan worden hersteld en slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.