NJ 1978, 384
HR, 21-02-1978, nr. 69444
HR 21-02-1978, ECLI:NL:PHR:1978:AC6202, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 februari 1978
- Magistraten
Moons, Fikkert, Bronkhorst, Royer, Van Den Blink
- Zaaknummer
69444
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC6202
- JCDI
JCDI:ADS160252:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1978:AC6202, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑02‑1978
ECLI:NL:PHR:1978:AC6202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑02‑1978
- Wetingang
Essentie
De rechter mag verdachte's verklaring in een ambtsedigproces-verbaal indien deze afwijkt van zijn latere verklaring ter terechtzitting, voor het bewijs gebruiken.
Doodslag; motivering die onverenigbaar is met de bewezenverklaring.
Samenvatting
Hoge Raad: 's Hofs overweging met betrekking tot voorwaardelijk opzet is onverenigbaar met de bewezenverklaring dat requirant handelde ‘met het oogmerk’ om B. opzettelijk van het leven te beroven.
Advocaat-Generaal Remmelink: Anders; het woord ‘oogmerk’ in de tenlastelegging kon door het Hof worden verstaan in de zin van opzet.*
* Zie de noot onder het arrest. (Red.)
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van X., geboren te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.