HR, 07-02-1978, nr. 69458

Documentgegevens:

HR 07-02-1978, ECLI:NL:PHR:1978:AB7392

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 7 februari 1978
Magistraten: Moons, Fikkert, Royer, Van Den Blink, Wijnholt
Zaaknummer: 69458
LJN: AB7392
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1978:AB7392, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑02‑1978
ECLI:NL:PHR:1978:AB7392, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑1978
Wetingang: UW art. 28; EUV art. 2; Opiumwet art. 2; Opiumwet art. 10

Essentie

Vermoeden van schuld.

Is naar Nederlands recht voldaan aan art. 2, lid 1, Europees Uitleverings Verdrag? Opzet.

Samenvatting

Art. 28, lid 2, Uitleveringswet brengt niet mee dat de Rb. voor toelaatbaarverklaring moet beschikken over aanwijzingen van schuld.

De Rb. heeft de woorden ‘bot...zum Kaufe an’ verstaan als een het opzet van de opgeeiste persoon implicerende handeling en heeft bij de vermelding van art. 10 Opiumwet in haar uitspraak uiteraard het oog gehad op art. 10, lid 3 jo. art. 2, lid 1B, hetgeen een feit is als bedoeld in art. 2 Europees Uitleverings Verdrag. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.