NJ 1978, 640
HR, 03-01-1978, nr. 69268
HR 03-01-1978, ECLI:NL:HR:1978:AB7158
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 januari 1978
- Magistraten
Moons, Fikkert, Royer, Van Den Blink, Wijnholt
- Zaaknummer
69268
- LJN
AB7158
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1978:AB7158, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑01‑1978
- Wetingang
Essentie
Invoeren van hash; tenlastelegging niet innerlijk tegenstrijdig.
Invoeren in de zin van art. 3, onder A, Opiumwet.
Zelf waargenomen of ondervonden.
Eigen waarneming of ondervinding.
Samenvatting
Het Hof heeft de tenlastelegging aldus kunnen verstaan dat de in de aanhef voorkomende woorden ‘binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht’ in louter kwalificatieve zin zijn gebezigd, terwijl de feitelijk ten laste gelegde gedragingen eerst worden aangeduid in de zinsnede ingeleid met het woord ‘hebbende’.
De stelling dat de delictsomschrijving van art. 3, onder A, wat invoer betreft alleen dan is vervuld indien de dader die een op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.