NJ 1977, 616
HR, 19-09-1977, nr. 68953
HR 19-09-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC6035, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 1977
- Magistraten
Moons, Fikkert, Bronkhorst, Royer, Van Den Blink
- Zaaknummer
68953
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC6035
- JCDI
JCDI:ADS65765:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Waterrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AC6035, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AC6035, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑1977
- Wetingang
Essentie
‘Met behulp van een daarvoor bestemd werk’; oppervlaktewater; toereikend bewijs.
Ontoereikend bewijs van daderschap van b.v.
Voorshands oordeel in tussenvonnis dat H. b.v. terecht als verdachte is aangemerkt; motivering.
De raadsman kreeg geen afschrift van de oproep van requirante voor de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting.
Onvoldoende strafmotivering?
Samenvatting
Art. 1 Wet verontreiniging oppervlaktewateren stelt niet de eis dat de bestemming van min of meer permanente aard is.
Toereikend bewijs dat de sloot een oppervlaktewater was op grond, dat die sloot een gemeentesloot was en uitmondde in de Twellose beek.*
* Zie de noot onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.