NJ 1977, 434
HR, 19-04-1977, nr. 68752
HR 19-04-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC5925, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 1977
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Royer, Van Den Blink, Wijnholt
- Zaaknummer
68752
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC5925
- JCDI
JCDI:ADS160201:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AC5925, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AC5925, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑1977
- Wetingang
Essentie
Ontoereikend bewijs van opzettelijk een belastingaangifte onjuist doen.
Samenvatting
Weliswaar houden de bewijsmiddelen in dat het totaal van requirants uitgaven in 1971 zijn aangegeven belastbaar inkomen te boven gaat maar requirant heeft ter terechtzitting aangevoerd dat hij die uitgaven, voorzover zijn inkomen te boven gaand, heeft bestreden uit geldlening.
Het Hof heeft, door niet te doen blijken door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging te hebben bekomen dat een zodanige geldlening niet was verstrekt, doch te volstaan met de overweging dat het bestaan ervan niet aannemelijk is geworden, zijn arrest niet naar de eis der wet met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.