NJ 1978, 259
HR, 19-04-1977, nr. 68715
HR 19-04-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC5929
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 1977
- Magistraten
Moons, Fikkert, Bronkhorst, Royer, Wijnholt
- Zaaknummer
68715
- LJN
AC5929
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1977:AC5929, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AC5929, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑1977
- Wetingang
Essentie
Wederspannigheid; geen verweer als bedoeld in art. 358, lid 3, Sv., maar ontkenning: fouillering?
Samenvatting
De stelling dat een agent requirant zonder enige grond wilde fouilleren heeft het Hof kennelijk aldus verstaan dat met die stelling wordt bestreden het aan requirant ten laste gelegde nopens zijn betrapping op heterdaad en zijn aanhouding ter voorgeleiding. Dit vindt zijn weerlegging in de gemotiveerde bewezenverklaring. Het betoog, dat de politieambtenaren niet hebben gehandeld in de rechtmatige uitoefening van hun bediening omdat zij requirant bij zijn aanhouding onrechtmatig hebben gefouilleerd, faalt, daar de bewezenverklaring niet inhoudt dat een onderzoek aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.