NJ 1975, 386
HR, 13-05-1975, nr. 67761
HR 13-05-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AB4660, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 mei 1975
- Magistraten
Dubbink, Moons, Fikkert, Van Der Ven, Bronkhorst
- Zaaknummer
67761
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AB4660
- JCDI
JCDI:ADS117334:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1975:AB4660, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑05‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AB4660, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑1975
- Wetingang
Sr art. 134bis; Sv art. 261
Essentie
Tezamen en in vereniging: feitelijk en niet louter kwalifikatief. Geen onduidelijke of onbegrijpelijke telastelegging en bewezenverklaring. Bewijsmotivering niet onduidelijk of onbegrijpelijk.
Samenvatting
De in de telastelegging en bewezenverklaring voorkomende woorden ‘dat hij ... de L. heeft getracht te bewegen om tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk wederrechtelijk de ambassadeur van ... Zweden in Nederland van zijn vrijheid te beroven en ... beroofd te houden’ zijn aldaar kennelijk mede in feitelijke zin en niet, gelijk het middel veronderstelt, in louter kwalifikatieve zin gebezigd.
Het aanleiding hebben een misdrijf te plegen impliceert op zichzelf niet het bewogen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.