HR, 18-03-1975, nr. 931

Documentgegevens:

HR 18-03-1975, ECLI:NL:PHR:1975:AB5179, m.nt. Th.W. van Veen

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 18 maart 1975
Magistraten: Dubbink, Vroom, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
Zaaknummer: 931
Noot: Th.W. van Veen
LJN: AB5179
JCDI: JCDI:ADS117846:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1975:AB5179, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑1975
ECLI:NL:PHR:1975:AB5179, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑1975
Wetingang: Sv art. 94; Sv art. 118; Sv art. 445; Sv art. 446; Sv art. 447; Sv art. 448; Sv art. 552a

Essentie

Belanghebbende, Onvoldoende motivering. Schriftelijke bestrijding.

Samenvatting

Rechtbank: Overwegende dat niet is gebleken, dat het belang van de strafvordering zich tegen de gevraagde teruggave verzet. Verklaart het beklag gegrond.

Hoge Raad: Overweegt en beslist: ‘Gezien de schriftelijke bestrijding ingediend namens gerequireerde door Mr. P. Mout ...’. Degene onder wie een voorwerp in beslag is genomen, is een belanghebbende in de zin van art. 552a Sv. De Rechtbank heeft, mede in het licht van de omstandigheid dat in het klaagschrift in elk geval ook de toelaatbaarheid van de inbeslagneming zelf wordt ontkend, haar beschikking niet naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.