NJ 1975, 41
HR, 12-11-1974
HR 12-11-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB4591, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 1974
- Magistraten
Moons, Vroom, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1974-11-12/NJ_54996]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB4591
- JCDI
JCDI:ADS145971:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB4591, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB4591, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑1974
- Wetingang
Sv art. 29; Sv art. 359; Sv art. 326
Essentie
Bewijsoverweging onder de streep. Zwijgrecht in verband met klaarblijkelijk leugenachtige verklaring van verdachte.
Samenvatting
In de overweging van het Hof is met zoveel woorden vermeld, dat ‘verdachte ook ter terechtzitting in hoger beroep is blijven volhouden dat hij die bescheiden nimmer in zijn bezit heeft gehad’; het arrest bevat dus wel degelijk de zakelijke inhoud van de door het Hof voor dit gedeelte van zijn bewijsvoering te pas gebrachte verklaring van requirant ter terechtzitting; voorzover het middel voorts steunt op een verschil tussen die verklaring zoals zij in het procesverbaal der terechtzitting en zoals zij in het arrest is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.