NJ 1975, 37
HR, 22-10-1974
HR 22-10-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB5641, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 oktober 1974
- Magistraten
Moons, Vroom, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1974-10-22/NJ_54992]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB5641
- JCDI
JCDI:ADS145929:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB5641, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑10‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB5641, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑10‑1974
- Wetingang
Sr art. 41; Sr art. 77c; Sv art. 359
Essentie
Weerlegging van beroep op noodweer. De persoonlijkheid van verdachte zoals deze ter terechtzitting is gebleken.
Samenvatting
Door zijn overweging ‘dat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden, welke een door W. tegen requirant gerichte aanval inhouden’ heeft het Hof kennelijk tot uiting willen brengen, dat door het onderzoek ter terechtzitting geen gedragingen van W. tegen requirant aannemelijk zijn geworden, welke kunnen worden beschouwd als een feitelijke aantasting van requirants lijf, eerbaarheid of goed, of welke onmiddellijk dreigend gevaar voor zodanige aantasting opleveren.
Het Hof spreekt over de persoonlijkheid van verdachte ‘zoals deze ter terechtzitting is gebleken’. Het middel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.