NJ 1974, 518
HR, 08-10-1974
HR 08-10-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB4174
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 1974
- Magistraten
Moons, Vroom, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1974-10-08/NJ_54932]
- LJN
AB4174
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB4174, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB4174, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑1974
- Wetingang
Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sv art. 358; Sv art. 359; RO art. 99
Essentie
Ondanks verzuim van de eis van art. 358, lid 3, Sv. geen vernietiging.
Samenvatting
Hoge Raad: het gevoerde verweer steunt uitsluitend op feitelijke omstandigheden die zich hebben voorgedaan nadat het feit was voltooid en die derhalve voor de vraag of verdachte aan dat feit schuld treft niet van betekenis kunnen zijn, waaruit volgt dat en op welke gronden dit verweer door de Rechtbank zonder nader onderzoek naar die beweerde feitelijke omstandigheden had behoren te zijn verworpen; onder deze omstandigheden vordert het door art. 358, lid 3, en 359, lid 2, Sv. beschermde belang van de verdachte — nl. dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.