NJ 1974, 452
HR, 18-06-1974
HR 18-06-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB5208, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 1974
- Magistraten
Kazemier, Vroom, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1974-06-18/NJ_54866]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB5208
- JCDI
JCDI:ADS145969:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB5208, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB5208, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑1974
- Wetingang
Sv art. 359
Samenvatting
Onvoldoende strafmotivering in hoger beroep. Middel: Het Hof heeft nagelaten de persoon en de persoonlijke omstandigheden van requirant bij de bepaling van de straf te doen meewegen, ondanks al hetgeen daaromtrent bij pleidooi was aangevoerd.
Het Hof heeft overwogen dat de ‘strafoplegging in overeenstemming is met de aard van het feit en de omstandigheden, waaronder het is begaan’; ten deze kan van een voldoende redengeving niet worden gesproken, nu het Hof stilzwijgend is voorbijgegaan aan hetgeen blijkens de pleitnotities omtrent de persoon en de persoonlijke omstandigheden was aangevoerd instede van tot uitdrukking te brengen waarom het ondanks dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.