NJ 1974, 451
HR, 23-04-1974
HR 23-04-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB5713, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 1974
- Magistraten
Kazemier, Moons, Vroom, Fikkert, Van Der Ven
- Zaaknummer
[1974-04-23/NJ_54865]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB5713
- JCDI
JCDI:ADS145920:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB5713, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB5713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑1974
- Wetingang
Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sr art. 139; Sv art. 342
Essentie
Bezetting MOB Leiden. Geen wederrechtelijke aanranding. Geen ontbreken van strafbaarheid van daad en dader. Geen mening of gissing.
Samenvatting
De sluiting van het MOB kan niet worden aangemerkt als een ‘aanranding’ en nog minder als een ‘wederrechtelijke’ aanranding in de zin van art. 41, lid 1, Sr. indien daardoor slechts de mogelijkheid ontstond dat de belangen van de patienten in ernstige mate zouden worden geschaad. Aan een strafbaar feit als het ‘in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringen, door twee of meer verenigde personen gepleegd’ of aan de dader daarvan komt de strafbaarheid niet te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.