NJ 1974, 246
HR, 26-03-1974
HR 26-03-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB6021
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 1974
- Magistraten
Kazemier, Vroom, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1974-03-26/NJ_54660]
- LJN
AB6021
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB6021, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB6021, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑1974
- Wetingang
Sv art. 350; AWR art. 2; AWR art. 68
Essentie
Onzuivere vrijspraak.
‘Een bij de belastingwet voorziene aangifte’.
Samenvatting
In art. 68 AWRB is de delictsomschrijving zodanig, dat het voorzien zijn van de aangifte bij de belastingwet in de zin van art. 2 AWRB een element van het strafbare feit vormt, dat in de telastelegging en in de bewezenverklaring moet voorkomen; in de telastelegging staat dat gereq. ‘ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968, een aangifte voor de omzetbelasting — naar het tarief van 12% ... betreffende het vierde kwartaal 1970 ... heeft gedaan, hebbende hij ... in de door de Inspectie ... uitgereikte aangiftebiljetten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.