NJ 1974, 114
HR, 08-01-1974
HR 08-01-1974, ECLI:NL:PHR:1974:AB4107
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 januari 1974
- Magistraten
Kazemier, Moons, Vroom, Fikkert, Van Der Ven
- Zaaknummer
[1974-01-08/NJ_54528]
- LJN
AB4107
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1974:AB4107, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑01‑1974
ECLI:NL:PHR:1974:AB4107, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑1974
- Wetingang
Sr art. 326; Sv art. 359
Essentie
1. Samenweefsel van verdichtsels. 2. Moeten de slachtoffers geacht worden zich door eigen schuld te hebben laten bedriegen? 3. Geen onbegrijpelijke of onvoldoende strafmotivering.
Samenvatting
De opgaven van requirant aan het slachtoffer waren elk op zichzelf geheel of gedeeltelijk in strijd met de waarheid en vormden, met elkaar, een samenhangend verhaal, dat als een samenweefsel van verdichtsels conform art. 326 Sr. is te beschouwen en daartoe is niet vereist dat de opgaven tevens elkaar wederkerig een schijn van waarheid of waarschijnlijkheid geven.
Middel: Het moet voor normaal denkende mensen duidelijk zijn geweest, dat de in de toelichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.