NJ 1974, 208
HR, 26-06-1973
HR 26-06-1973, ECLI:NL:PHR:1973:AB6054
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 juni 1973
- Magistraten
Kazemier, Moons, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1973-06-26/NJ_54622]
- LJN
AB6054
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1973:AB6054, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑06‑1973
ECLI:NL:PHR:1973:AB6054, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑1973
- Wetingang
Sr art. 45; Sr art. 317; Sr art. 416; Sv art. 350; Sv art. 358
Essentie
Bewijs van winstbejag. Voornemen tot afpersing. Keuze uit telastegelegde alternatieven? Beroep op avas herhaald?
Samenvatting
Uit de bewijsmiddelen heeft het Hof kunnen afleiden, dat requirant gemene zaak heeft gemaakt met de dieven teneinde de hand te leggen op een beloning voor de terugbezorging van de schilderijen en het is op grond daarvan tot de gevolgtrekking kunnen komen dat requirant het schilderij uit winstbejag heeft vervoerd.
Het maakt geen verschil of het initiatief tot de bedreiging is uitgegaan van requirant dan wel van de dieven, immers in het laatste geval zou requirant bij het doen van mededeling omtrent de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.