NJ 1973, 135
HR, 06-02-1973
HR 06-02-1973, ECLI:NL:PHR:1973:AB3899
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 februari 1973
- Magistraten
Kazemier, Moons, Fikkert, Van Dijk, Enschede
- Zaaknummer
[1973-02-06/NJ_54025]
- LJN
AB3899
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1973:AB3899, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑02‑1973
ECLI:NL:PHR:1973:AB3899, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑1973
- Wetingang
Sv art. 350; WVW art. 25; RVV art. 49
Essentie
Geen keuze uit strafrechtelijk relevante alternatieven. Nietigheid.
Samenvatting
Het is voor de strafrechtelijke betekenis van het gepleegde feit van belang, bij bewezenverklaring van het primair telastegelegde, uit de daarin voorkomende alternatieven een zodanige keuze te doen, dat komt vast te staan of rekwirant het onder evenbedoelde bijzondere strafbepaling (art. 49, lid 1, RVV ten opzichte van art. 25 WVW; Red.) vallend feit heeft begaan.
De Rechtbank heeft, nu zij een zodanige keuze achterwege heeft gelaten, niet beraadslaagd en beslist op de grondslag der telastelegging.
Anders: Advocaat-Generaal Mr. Kist.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van JH, van beroep chauffeur, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.