NJ 1973, 90
HR, 19-12-1972
HR 19-12-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB5343, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 1972
- Magistraten
Kazemier, Moons, Fikkert, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1972-12-19/NJ_53980]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB5343
- JCDI
JCDI:ADS74037:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB5343, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB5343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑1972
- Wetingang
RVV art. 33; Sv art. 350
Essentie
Onmisbaar bestanddeel van de telastelegging niet bewezen verklaard; nietigheid.
Samenvatting
De door de Rechtbank niet bewezen verklaarde omstandigheid, dat de bestuurder van de door requirant ingehaalde personenauto had voorgesorteerd, heeft in het geheel van de primaire telastelegging — welke slechts aldus kan worden verstaan dat daarin aan requirant wordt verweten dat hij heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in art. 33, lid 2, RVV — een zodanige betekenis dat zij als een onmisbaar bestanddeel daarvan is te beschouwen. Niet beraadslaagd en beslist op de grondslag van de telastelegging.*
* Zie de noot onder het arrest. (Red.)