NJ 1973, 39
HR, 31-10-1972
HR 31-10-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB6551
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 oktober 1972
- Magistraten
Kazemier, Moons, Van Dijk, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1972-10-31/NJ_53929]
- LJN
AB6551
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB6551, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑10‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB6551, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑1972
- Wetingang
Sv art. 285; Sv art. 326; Sv art. 292; Sr art. 247
Essentie
Niet vermeld in proces-verbaal, dat verdachte de zaal heeft verlaten. ‘Ontuchtige handeling’ zonder lichamelijke aanraking.
Samenvatting
De niet-inachtneming van de voorschriften van art. 285 Sv. is niet uitdrukkelijk met nietigheid bedreigd en deze vloeit evenmin voort uit de aard dezer voorschriften.
Uit de tekst van het proces-verbaal volgt, dat requirant na het afleggen van de verklaring: ‘Het rapport van Dr. Scholten ken ik niet’ de gehoorzaal heeft verlaten en dat Dr. Scholten onder toepassing van art. 292 Sv. in verband met de artt. 296 en 415 Sv. voor het Hof buiten tegenwoordigheid van de verdachte is ondervraagd. Aldus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.