NJ 1973, 4
HR, 31-08-1972
HR 31-08-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AD7409
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 augustus 1972
- Magistraten
Kazemier, Moons, Minkenhof, Vroom, Van Dijk
- Zaaknummer
[1972-08-31/NJ_53894]
- LJN
AD7409
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AD7409, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑08‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AD7409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑1972
- Wetingang
UW 1967 art. 10; Uitleveringsverdrag Ned-Zuid-Slavië
Samenvatting
De beslissing of de uitlevering geweigerd moet worden op grond van het bestaan van een vermoeden als bedoeld in het eerste lid van art. 10 Uitleveringswet is bij evengenoemd artikel voorbehouden aan de Minister.
De Rechtbank heeft terecht geoordeeld, dat het in het middel bedoelde, in 1896 tussen Nederland en het Koninkrijk Servie gesloten verdrag sedert de inwerkingtreding daarvan voor Nederland van kracht is gebleven en thans tussen Nederland en de Republiek Zuid-Slavie nog van kracht is.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van D.C., geboren te Niksic op 14 sept. 1940, zonder beroep, ten tijde van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.