NJ 1972, 495
HR, 27-06-1972
HR 27-06-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB6157, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 juni 1972
- Magistraten
Kazemier, Fikkert, Van Dijk, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1972-06-27/NJ_53867]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB6157
- JCDI
JCDI:ADS48955:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB6157, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑06‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB6157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑1972
- Wetingang
WVW art. 26; Sv art. 344; Sv art. 359
Essentie
Toelaatbare verklaring van hoofdagent over toestand van verdachte. Voldoende motivering van verwerping van beroep op afwezigheid van alle schuld.
Samenvatting
De in de verklaring van de getuige E. voorkomende zin: ‘De verdachte leverde het gebruikelijke beeld op van onder invloed van alcoholhoudende drank verkeren’ geeft niet weer een mening van de getuige, doch een omstandigheid welke deze hoofdagent van politie, die in zijn waarnemingen mocht betrekken hetgeen zijn ervaring hem leert, kan hebben waargenomen.
De overweging dat het den Hove niet aannemelijk is geworden dat requirant voor het rijden Tomanol had gebruikt en evenmin dat Tomanol-gebruik de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.