NJ 1973, 501
HR, 30-05-1972
HR 30-05-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB6440, m.nt. A.L. Melai
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 1972
- Magistraten
Kazemier, Moons, Van Dijk, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1972-05-30/NJ_54391]
- Noot
A.L. Melai
- LJN
AB6440
- JCDI
JCDI:ADS117241:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB6440, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB6440, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑1972
- Wetingang
Sv art. 319; Sr art. 326
Essentie
Niet-naleving van substantiele vorm van art. 319 Sv. Geen nietigheid. ‘Samenweefsel van verdichtsels’ in de zin van art. 326 Sr.
Samenvatting
Niet onder alle omstandigheden zal de niet-naleving van het voorschrift van art. 319 Sv., tegen hoedanig vormverzuim niet uitdrukkelijk nietigheid bedreigd is, moeten leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak uit hoofde van strijd met de grondslagen van de strafprocedure. Dit is bepaaldelijk niet het geval indien, gelijk in dit geval, blijkt, dat de verdachte niet geacht kan worden door het verzuim te zijn geschaad, aangezien alsdan geen grond bestaat voor de mening als zouden doel en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.