NJ 1972, 241
HR, 11-04-1972
HR 11-04-1972, ECLI:NL:PHR:1972:AB4453
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 1972
- Magistraten
Kazemier, Fikkert, Van Dijk, Van Der Ven, Enschede
- Zaaknummer
[1972-04-11/NJ_53613]
- LJN
AB4453
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AB4453, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑1972
ECLI:NL:PHR:1972:AB4453, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑1972
- Wetingang
WVW art. 36
Essentie
Telastelegging omvat min of meer grove of aanmerkelijke onachtzaamheid in de zin van art. 36 WVW en deze kon uit de bewijsmiddelen worden afgeleid.
Samenvatting
De Rechtbank heeft dat telastegelegde kennelijk aldus begrepen en heeft, gelet op het zinsverband, ook kunnen begrijpen, dat met ‘schuld’ is bedoeld schuld in de zin van art. 36 en dat de bepaling ‘zodanig’ in ‘zodanig oplettend’ mede verwijst naar die ‘schuld’, zodat ‘zodanig oplettend’ verstaan moet worden als een min of meer grove of aanmerkelijke onachtzaamheid in de zin van art. 36. Het middel faalt overigens ook omdat, anders dan dit blijkens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.