NJ 1972, 31
HR, 22-06-1971
HR 22-06-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AB5609, m.nt. W.F. Prins
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 1971
- Magistraten
Van Der Loos, Kazemier, Moons, Fikkert, Van Der Ven
- Zaaknummer
[1971-06-22/NJ_53403]
- Noot
W.F. Prins
- LJN
AB5609
- JCDI
JCDI:ADS145905:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB5609, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AB5609, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑1971
- Wetingang
Sr art. 449; EVRM art. 9
Essentie
Rechtsgeldigheid van art. 449 Sr.
Samenvatting
De beperking die art. 449 Sr. de bedienaar van de godsdienst oplegt, kan worden aangemerkt als in een democratische samenleving nodig voor de openbare orde, zodat — nu zij bij de wet is voorzien — het middel afstuit op het bepaalde in het tweede lid van art. 9 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.*
* Zie de noot onder het arrest. (Red.)
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van P.J.H.S. te Wanssum, req. van cassatie tegen een vonnis van de Rb. te Roermond van 18 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.