NJ 1971, 278
HR, 08-12-1970
HR 08-12-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AB4201, m.nt. Ch.J. Enschedé
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 december 1970
- Magistraten
Van Der Loos, Kazemier, Moons, Fikkert, Van Dijk
- Zaaknummer
[1970-12-08/NJ_53152]
- Noot
Ch.J. Enschedé
- LJN
AB4201
- JCDI
JCDI:ADS145888:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AB4201, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑12‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AB4201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑1970
- Wetingang
Essentie
‘Verbergen’ in art. 280 Sr. heeft mede feitelijke betekenis. Dagvaarding behelst voldoende opgave van het telastegelegde feit.
Samenvatting
De in de telastelegging voorkomende, kennelijk aan art. 280 Sr. ontleende woorden ‘heeft verborgen’ hebben op zichzelf mede feitelijke betekenis en zijn — in ieder geval tezamen met het voorts in de telastelegging gestelde, dat het verbergen heeft plaatsgevonden ‘in perceel B-straat te Amsterdam ’ — ook voldoende bepaald om bij gebruik daarvan de door art. 26l Sv. gestelde eis, dat de dagvaarding een opgave behelst van het telastegelegde feit, als vervuld te beschouwen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.