NJ 1971, 31
HR, 13-10-1970
HR 13-10-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AB4683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 1970
- Magistraten
Van Der Loos, Kazemier, Fikkert, Van Dijk, Van Der Ven
- Zaaknummer
[1970-10-13/NJ_52905]
- LJN
AB4683
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AB4683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AB4683, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑1970
- Wetingang
Sv art. 350; WVW art. 36
Samenvatting
Met betrekking tot het tiende middel:
Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet blijken, dat requirant onder zekere omstandigheden in ernstige mate onvoorzichtig heeft gereden.
A.G. Remmelink concludeert tot verwerping van het beroep.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van Mr. H.G.R., wonende te H., req. van cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Gravenhage van 23 febr. 1970, waarbij in hoger beroep, met vernietiging van een vonnis van de Rb. te 's-Gravenhage van 14 nov. 1969, req. ter zake van 'aan zijn schuld bij gelegenheid van een botsing met een door hem bestuurd motorrijtuig de dood van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.