NJ 1971, 22
HR, 24-02-1970
HR 24-02-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AB5795
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 februari 1970
- Magistraten
Van Der Loos, Kazemier, Moons, Fikkert, Van Dijk
- Zaaknummer
[1970-02-24/NJ_52896]
- LJN
AB5795
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AB5795, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑02‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AB5795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑1970
- Wetingang
Sv art. 358
Essentie
Geen verweer als bedoeld in art. 358 Sr.
Samenvatting
Het ter terechtzitting gevoerde verweer ‘Het uitzicht ter plaatse was daar bijzonder slecht door de brugconstructie en bij het oprijden van de kruising heb ik een sprong in het duister gemaakt omdat ik niets kon zien’ brengt niet noodzakelijkerwijs mee dat bij requirant elke schuld aan het bewezenverklaarde niet vrijlaten van de doorgang ontbreekt. De verklaring bevat ook voor het overige niets dat is aan te merken als een uitdrukkelijk voorgedragen verweer als bedoeld in art. 358, lid 3, Sv.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van C.K., te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.