NJ 1969, 407
HR, 03-06-1969
HR 03-06-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AB3626
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 1969
- Magistraten
Feber, Van Der Loos, Kazemier, Moons, Van Dijk
- Zaaknummer
[1969-06-03/NJ_52305]
- LJN
AB3626
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AB3626, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AB3626, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑1969
- Wetingang
Sr art. 225; Sr art. 47; AWR art. 68
Essentie
Voor het bestaan van het misdrijf van valsheid in geschrift wordt niet vereist dat een met het in art. 225, eerste lid Sr. omschreven oogmerk valselijk opgemaakt of vervalst geschrift als in dat artikel bedoeld ook in werkelijkheid is gebruikt.
Het in art. 39 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1954 genoemde verzoekschrift heeft het karakter van een geschrift bestemd om, wanneer de inhoud ervan betrouwbaar lijkt, als basis te worden genomen voor een eventuele teruggaaf van omzetbelasting en mitsdien van een geschrift mede bestemd om, onder omstandigheden, tot bewijs te dienen.
Het opzettelijk aanwenden van gezag zodanig, dat daardoor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.