NJ 1970, 328
HR, 17-12-1968
HR 17-12-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB5142
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 1968
- Magistraten
Feber, Kazemier, Eijssen, De Meijere, Ras
- Zaaknummer
[1968-12-17/NJ_52730]
- LJN
AB5142
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB5142, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB5142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑1968
- Wetingang
Sr art. 40; Sr art. 455 lid 1 onder 2°; Sv art. 287; Sv art. 342
Essentie
Het vermelden van de redenen van wetenschap bij een getuigenverklaring is niet op straffe van nietigheid voorgeschreven.
Uit de uit de bewijsmiddelen blijkende feiten en omstandigheden heeft de Rechtbank kunnen afleiden dat requirante zonder dat zij daarbij enig redelijk doel had en mitsdien nodeloos aan de honden de nodige verzorging heeft onthouden.
Het beroep op overmacht kon door de Rechtbank worden verworpen op grond dat verdachte zichzelf in een toestand heeft gebracht die het haar onmogelijk maakte aan de op haar rustende verplichting tot verzorging van de onder toezicht staande honden te voldoen.
Samenvatting
In het gewraakte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.