NJ 1968, 367
HR, 11-06-1968
HR 11-06-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AE1060
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juni 1968
- Magistraten
Feber, Eijssen, De Meijere, Moons, Ras
- Zaaknummer
[1968-06-11/NJ_51819]
- LJN
AE1060
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AE1060, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑06‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AE1060, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑1968
- Wetingang
WAG art. 50; Besch. minister V en W 11 febr. 1954 nr. A-2/052398 art. 5; Uitv.besl. autovervoer goederen art. 84; Uitv.besl. autovervoer goederen art. 85
Essentie
Art. 5 aanhef en sub c, beschikking van de Min. van Verkeer en Waterstaat van 11 febr. 1954 no. A-2/052398 bevat geen nadere regeling van art. 50 WAG
De minister was tot het stellen van een richtlijn als bedoeld in art. 5 sub e der beschikking bevoegd nu het in die richtlijn bepaalde niet te buiten gaat hetgeen in art. 57 of enige andere bepaling is voorgeschreven.
Samenvatting
Art. 5 aanhef en sub c van de beschikking bevat niet, anders dan het middel blijkens zijn toelichting veronderstelt, een nadere regeling van art. 50 lid 1 Wet Autovervoer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.