NJ 1968, 348
HR, 05-03-1968: Slip
HR 05-03-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB3800, m.nt. Ch.J. Enschedé (Slip)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 1968
- Magistraten
Feber, Eijssen, De Meijere, Moons, Ras
- Zaaknummer
[1968-03-05/NJ_51800]
- Noot
Ch.J. Enschedé
- LJN
AB3800
- Roepnaam
Slip
- JCDI
JCDI:ADS145874:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB3800, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB3800, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑03‑1968
- Wetingang
Sr art. 77c; Sv art. 359
Essentie
Strafoplegging aan strafrechtelijke minderjarige volgens de voor strafrechtelijke meerderjarigen geldende bepalingen niet naar de eis van art. 77c Sr. gemotiveerd.
Samenvatting
Rekw. had tijdens het begaan van de bewezen verklaarde feiten de leeftijd van zestien jaren, doch nog niet die van achttien jaren bereikt. Voor wat de strafoplegging betreft, heeft de Rb. kennelijk bepalingen, vervat in de titels welke aan titel VIII A van het eerste boek van het WvSr voorafgaan, toegepast. Uit het vonnis van de Rb. blijkt echter niet, of zulks is geschied omdat de Rb. daartoe grond vond in de ernst van het begane feit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.