NJ 1968, 218
HR, 27-02-1968
HR 27-02-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB6100
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 februari 1968
- Magistraten
Feber, Kazemier, De Meijere, Moons, Ras
- Zaaknummer
[1968-02-27/NJ_51670]
- LJN
AB6100
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB6100, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB6100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑1968
- Wetingang
Sr art. 66; Sv art. 164
Samenvatting
De in het middel vervatte stelling dat de gemaakte vormfout — waarmede kennelijk is bedoeld dat, bij gebreke van een klacht van de tot klachte gerechtigde, weliswaar binnen de bij art. 66 Sr. bepaalde termijn een klacht was ingediend door een ander, doch deze niet daartoe door de tot klachte gerechtigde van een bijzondere schriftelijke volmacht was voorzien — alsnog voor de aanvang van de behandeling t. t.r.z. zou kunnen worden hersteld, vindt geen steun in de wet.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van de P-G bij het Hof te 's-Gravenhage, rekw. van cassatie tegen een arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.