NJ 1968, 105
HR, 09-01-1968: Maastrichts schakelkastje
HR 09-01-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB4210, m.nt. W.F. Prins (Maastrichts schakelkastje)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 januari 1968
- Magistraten
Feber, Kazemier, Eijssen, De Meijere, Moons
- Zaaknummer
[1968-01-09/NJ_51557]
- Conclusie
A-G Berger
- Noot
W.F. Prins
- LJN
AB4210
- Roepnaam
Maastrichts schakelkastje
- JCDI
JCDI:ADS145731:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB4210, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑01‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB4210, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑1968
- Wetingang
APV Maastricht art. 7; Gem.w art. 168
Essentie
Aan art. 7, lid 1, APV Maastricht terecht verbindende kracht ontzegd. Splitsing van de in die bepaling vervatte wilsverklaring van de plaatselijke wetgever niet toelaatbaar.
Samenvatting
De kennelijk aan het middel ten grondslag liggende stelling, als zou het eerste lid van art. 7 APV Maastricht, voor zover het daarin omschreven op of aan roerend of onroerend goed zonder toestemming van de eigenaar of rechthebbende aanbrengen of bevestigen van een aanplakbiljet geschiedt op of aan voor een ieder toegankelijke wegen, als verbindend moeten worden aangemerkt, kan niet worden aanvaard, omdat het in die bepaling vervatte verbod in zodanige algemeen luidende bewoordingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.