NJ 1967, 457
HR, 25-04-1967
HR 25-04-1967, ECLI:NL:PHR:1967:AB5920
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 april 1967
- Magistraten
Feber, Kazemier, Eijssen, De Meijere, Moons
- Zaaknummer
[1967-04-25/NJ_51425]
- LJN
AB5920
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AB5920, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑04‑1967
ECLI:NL:PHR:1967:AB5920, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑1967
- Wetingang
Essentie
Verklaring van getuige-deskundige.
Strafoplegging op grond van ernst van het bewezenverklaarde.
Samenvatting
Geen wetbepaling belet, dat de rechter een verklaring van een getuige-deskundige geheel of ten dele tot het bewijs laat medewerken, ook al zou hetgeen de rechter tot het bewijs laat dienen slechts als een verklaring van een getuige zijn aan te merken.
Ingevolge art. 296, tweede lid Sv. moeten verklaringen en verslagen van deskundigen met redenen zijn omkleed, doch geen wetsbepaling stelt de eis, dat van die redenen blijkt uit 's rechters uitspraak.
Het tweede middel (betogende dat uit de ernst van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.