NJ 1967, 318
HR, 14-03-1967
HR 14-03-1967, ECLI:NL:PHR:1967:AB4729, m.nt. D. van Eck
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 1967
- Magistraten
Feber, Kazemier, Eijssen, De Meijere, Moons
- Zaaknummer
[1967-03-14/NJ_51286]
- Noot
D. van Eck
- LJN
AB4729
- JCDI
JCDI:ADS145739:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AB4729, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑1967
ECLI:NL:PHR:1967:AB4729, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑1967
- Wetingang
Essentie
Nietigheid wegens verzuimde beediging van getuige of deskundige.
Samenvatting
Nu de vader van rekw. omtrent het telastegelegde is gehoord, is hij als getuige of als deskundige te beschouwen, zodat hij ingevolge art. 284 of art. 296 Sv. op de in art. 126 Sv op straf van nietigheid voorgeschreven wijze had moeten zijn beedigd. Nu dit is verzuimd is het onderzoek in zijn geheel — en mitsdien ook het daarop gewezen vonnis — nietig.*
* Zie de noot onder dit arrest
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van T.C.W.C., te B., rekw. van cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.