NJ 1967, 162
HR, 13-12-1966
HR 13-12-1966, ECLI:NL:PHR:1966:AB4700
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 december 1966
- Magistraten
Feber, Kazemier, Eijssen, De Meijere, Moons
- Zaaknummer
[1966-12-13/NJ_51130]
- LJN
AB4700
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1966:AB4700, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑12‑1966
ECLI:NL:PHR:1966:AB4700, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑1966
- Wetingang
Sr art. 279
Essentie
Voor het misdrijf van art. 279 Sr. is niet nodig dat de minderjarige blijvend of voor geruime tijd wordt onttrokken aan het gezag.
Samenvatting
Blijkens de toelichting berust het middel op de stelling dat de bewezen verklaarde gedraging van rekw. niet oplevert het misdrijf van art. 279 Sr., omdat daarvoor nodig is dat het gezag van de ouder of voogd blijvend of voor geruime tijd gefrustreerd zal worden, althans dat dit in de bedoeling van de dader ligt. Deze stelling vindt echter in de wet geen steun, terwijl de Pol.r. en in hoger beroep het Hof terecht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.