NJ 1967, 440
HR, 14-06-1966
HR 14-06-1966, ECLI:NL:PHR:1966:AB4767
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 1966
- Magistraten
Feber, Kazemier, Loeff, De Meijere, Moons
- Zaaknummer
[1966-06-14/NJ_51408]
- LJN
AB4767
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1966:AB4767, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑1966
ECLI:NL:PHR:1966:AB4767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑1966
- Wetingang
Essentie
Beoordeling of zaak van eenvoudige aard is. Diefstal in zelfbedieningszaak. Oogmerk van wederrechtelijke toeeigening kon uit de bewijsmiddelen worden afgeleid.
Samenvatting
Ter toelichting van het middel is vooreerst betoogd, dat de onderhavige zaak niet, gelijk art. 369 Sv. eist, van eenvoudige aard is, zodat behandeling door de meervoudige kamer van de Rb. geboden ware geweest. Aldus wordt evenwel miskend, dat genoemd artikel alleen de eis stelt, dat de zaak van eenvoudige aard is naar het aanvankelijk oordeel van de vervolgende ambtenaar, terwijl het voorts naar luid van art. 376, tweede lid, Sv. uitsluitend ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.