NJ 1966, 350
HR, 07-12-1965
HR 07-12-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB4084, m.nt. A.L.M. van Berckel
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 1965
- Magistraten
Feber, Westerouen Van Meeteren, Kazemier, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1965-12-07/NJ_50808]
- Noot
A.L.M. van Berckel
- LJN
AB4084
- JCDI
JCDI:ADS117145:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB4084, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB4084, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑1965
- Wetingang
Sv art. 359; Sv art. 338; Sv art. 339; Sv art. 340; Sv art. 341; Sv art. 342; Sv art. 343; Sv art. 344
Essentie
Verklaringen omtrent foto's en situatietekening, welke niet redengevend konden zijn voor het bewezenverklaarde.
Samenvatting
Ambtshalve: Tot de bewijsmiddelen, welke de Rb. heeft gebezigd, behoren:
1. de verklaring door de getuige H. Ruiter afgelegd t. t.r.z. in hoger beroep, o.m. inhoudende: ‘dat hij heeft medegewerkt aan het onderzoek naar de onderhavige botsing en de bij het daarvan opgemaakte p.-v. behorende foto's heeft gemaakt’;
2. de verklaring door de getuige O.J. de Jong, afgelegd t. t.r.z. in eerste aanleg, o.m. inhoudende: ‘dat de bij het p.-v. overgelegde situatietekening door zijn collega werd gemaakt, doch door hem — getuige — indertijd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.