NJ 1966, 283
HR, 16-11-1965
HR 16-11-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB5026, m.nt. A.L.M. van Berckel
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 november 1965
- Magistraten
Feber, Westerouen Van Meeteren, Kazemier, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1965-11-16/NJ_50741]
- Noot
A.L.M. van Berckel
- LJN
AB5026
- JCDI
JCDI:ADS65522:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB5026, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑11‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB5026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑1965
- Wetingang
Sr art. 285
Essentie
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Het bewezenverklaarde opzet en de bedreiging tegen v.L. persoonlijk kon uit de bewijsmiddelen worden afgeleid.
Samenvatting
Blijkens de bij schriftuur gegeven toelichting beoogt het middel vooreerst te klagen dat het Hof het bewezenverklaarde opzet van rekw. niet heeft kunnen afleiden uit de gebezigde bewijsmiddelen. Rekw. veronderstelt daarbij de mogelijkheid dat hij de brief in zijn zak zou hebben gestoken en vervolgens op straat verloren, waarna een hulpvaardige burger, de enveloppe op straat vindende, deze zou hebben gepost. Het Hof behoefde zich echter door een dergelijke hypothetische en abnormale mogelijkheid niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.