NJ 1966, 292
HR, 05-10-1965
HR 05-10-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB3848, m.nt. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 oktober 1965
- Magistraten
Feber, Westerouen Van Meeteren, Kazemier, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1965-10-05/NJ_50750]
- Noot
W.P.J. Pompe
- LJN
AB3848
- JCDI
JCDI:ADS117136:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB3848, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑10‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB3848, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑1965
- Wetingang
Sv art. 332; Sv art. 333; Sv art. 334; Sv art. 335; Sv art. 336; Sv art. 337
Essentie
De in de rechten van het slachtoffer op schadevergoeding gesubrogeerde kan zich niet in diens plaats als beledigde partij in het strafgeding voegen.
Samenvatting
Gelet op de woorden der wet, de aard van de vordering der beledigde partij als accessoir van het strafgeding en de door de wetgever aan het geldend maken van een burgerrechtelijke vordering in een strafgeding verbonden beperkingen, kan niet worden aangenomen dat iemand anders als beledigde partij zou kunnen optreden dan degene die door het strafbaar feit, waarop de strafzaak betrekking heeft, rechtstreeks schade heeft geleden. Mitsdien heeft de Rb. ten onrechte beslist dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.