NJ 1965, 269
HR, 16-03-1965
HR 16-03-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB4993, m.nt. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 1965
- Magistraten
Feber, Kazemier, Loeff, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1965-03-16/NJ_50281]
- Noot
W.P.J. Pompe
- LJN
AB4993
- JCDI
JCDI:ADS117079:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB4993, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB4993, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑1965
- Wetingang
Sv art. 341; Sr art. 312
Essentie
Uitlating van medeverd. i.c. niet een opgave van de verd. als bedoeld in art. 341 lid 2 Sv. ‘Betrapping op heterdaad’ in de zin van art. 312 lid 1 Sr
Samenvatting
Hetgeen de medeverd. D.v.D. blijkens de verklaring van getuige M. aan deze heeft verteld, en waarbij die medeverd. ook zichzelf bloot gaf, is door het Hof kennelijk opgevat in die zin, dat die uitlating er niet op was berekend, dat zij ter kennis van de justitie zou kunnen komen, terwijl het Hof die uitlating ook in die zin heeft kunnen opvatten. In die opvatting is de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.