NJ 1965, 261
HR, 09-02-1965
HR 09-02-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB4218, m.nt. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 februari 1965
- Magistraten
Feber, Kazemier, Loeff, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1965-02-09/NJ_50273]
- Noot
W.P.J. Pompe
- LJN
AB4218
- JCDI
JCDI:ADS117121:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB4218, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑02‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB4218, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑1965
- Wetingang
Sr art. 300; Sv art. 359
Samenvatting
Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat rekw., gelijk is bewezen verklaard, ‘opzettelijk mishandelend’ W.J.H.J.J.G. tegen diens hoofd heeft geslagen. Zulks kan met name niet worden afgeleid uit rekw.'s verklaring, dat hij, in hevige woede opzettelijk in het wilde weg om zich heen slaande, iemand heeft getroffen.*
* Zie noot onder het arrest. (Red.).
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van W.A., te V., rekw. van cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 21 sept. 1964, houdende in hoger beroep bevestiging, behoudens t.a.v. de opgelegde straf, van een mondeling vonnis van de Pol.r. in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.