NJ 1965, 388
HR, 23-01-1965
HR 23-01-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB5669
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 1965
- Magistraten
Feber, Westerouen Van Meeteren, Kazemier, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1965-01-23/NJ_50400]
- LJN
AB5669
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB5669, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB5669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑1965
- Wetingang
AWR art. 53; AWR art. 47
Essentie
Weigering van arts om te voldoen aan de in art. 47 lid 1 aanhef en sub b AWR omschreven verplichting.
Samenvatting
Blijkens de parlementaire geschiedenis van de artt. 47 en 53 AWR heeft de toenmalige Minister van Financien wel opgemerkt, dat zij, die tot geheimhouding verplicht zijn, bij de toepassing van bedoeld art. 47 het zelf in de hand hebben om hun plicht tot geheimhouding in zekere mate te doen eerbiedigen, daar zij de geheime zaken, die voor de heffing van de belasting niet van belang zijn, afgescheiden van hun van financieel belang zijnde aantekeningen kunnen administreren. Een beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.