NJ 1965, 279
HR, 03-11-1964
HR 03-11-1964, ECLI:NL:PHR:1964:AB3650, m.nt. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 1964
- Magistraten
Feber, Westerouen Van Meeteren, Kazemier, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1964-11-03/NJ_50291]
- Noot
B.V.A. Röling
- LJN
AB3650
- JCDI
JCDI:ADS117125:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1964:AB3650, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑1964
ECLI:NL:PHR:1964:AB3650, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑1964
- Wetingang
WVW art. 37
Essentie
Medeplegen van het misdrijf van art. 37 WVW
Samenvatting
Uit de enkele omstandigheid dat req. zich als inzittende in de door H. bestuurde auto's bevond, terwijl hij samen met laatstgenoemde het plan had gemaakt om auto's weg te nemen, teneinde daarmede samen ritjes te maken, kon aan de Pol.r. niet blijken van gedragingen van req., welke opleveren medeplegen van het in art. 37 WVW omschreven misdrijf.*
* Zie de noot onder dit arrest
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van Q.J.S., te L., req. van cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Gravenhage van 17 april 1964, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.