NJ 1965, 119
HR, 20-10-1964
HR 20-10-1964, ECLI:NL:PHR:1964:AB5417, m.nt. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 oktober 1964
- Magistraten
Feber, Kazemier, Loeff, Eijssen, De Meijere
- Zaaknummer
[1964-10-20/NJ_50131]
- Noot
W.P.J. Pompe
- LJN
AB5417
- JCDI
JCDI:ADS117130:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1964:AB5417, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑10‑1964
ECLI:NL:PHR:1964:AB5417, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑1964
- Wetingang
Sr art. 432; Sr art. 14c
Essentie
‘Souteneur’ in de zin van art. 432 onder 3e Sr. Bijzondere voorwaarde, welke niet het ‘gedrag’ in de zin van art. 14c Sr. betreft.
Samenvatting
De bij de totstandkoming van art. 432, onder 3e Sr. door de toenmalige Minister van Justitie gegeven omschrijving van het woord ‘souteneur’, waarop in het eerste middel onder b en d een beroep wordt gedaan, vermag req. niet te baten. Immers naar het gewone spraakgebruik — waarop in de MvA aan de Tweede Kamer op het wetsontwerp dat heeft geleid tot de wet van 20 mei 1911, S. 130, uitdrukkelijk een beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.