NJ 1968, 217
HR, 22-07-1963: Zeven weken oud
HR 22-07-1963, ECLI:NL:PHR:1963:AB5623, m.nt. Ch.J. Enschedé (Zeven weken oud)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juli 1963
- Magistraten
Feber, Kazemier, Korthals Altes, Eijssen, Peters
- Zaaknummer
[1963-07-22/NJ_51669]
- Noot
Ch.J. Enschedé
- LJN
AB5623
- Roepnaam
Zeven weken oud
- JCDI
JCDI:ADS117062:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:AB5623, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑07‑1963
ECLI:NL:PHR:1963:AB5623, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑07‑1963
- Wetingang
Sr art. 302; Sr art. 1; Sr art. 2; Sr art. 3; Sr art. 4; Sr art. 5; Sr art. 6; Sr art. 7; Sr art. 8; Sr art. 9; Sr art. 10; Sr art. 11; Sr art. 12; Sr art. 13; Sr art. 14; Sr art. 15; Sr art. 16; Sr art. 17; Sr art. 18; Sr art. 19; Sr art. 20; Sr art. 21; Sr art. 22; Sr art. 23; Sr art. 24; Sr art. 25; Sr art. 26; Sr art. 27; Sr art. 28; Sr art. 29; Sr art. 30; Sr art. 31; Sr art. 32; Sr art. 33; Sr art. 34; Sr art. 35; Sr art. 36; Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sr art. 45; Sr art. 46; Sr art. 47; Sr art. 48; Sr art. 49; Sr art. 50; Sr art. 51; Sr art. 52; Sr art. 53; Sr art. 54; Sr art. 55; Sr art. 56; Sr art. 57; Sr art. 58; Sr art. 59; Sr art. 60; Sr art. 61; Sr art. 62; Sr art. 63; Sr art. 64; Sr art. 65; Sr art. 66; Sr art. 67; Sr art. 68; Sr art. 69; Sr art. 70; Sr art. 71; Sr art. 72; Sr art. 73; Sr art. 74; Sr art. 75; Sr art. 76; Sr art. 77; Sr art. 78; Sr art. 79; Sr art. 80; Sr art. 81; Sr art. 82; Sr art. 83; Sr art. 84; Sr art. 85; Sr art. 86; Sr art. 87; Sr art. 88; Sr art. 89; Sr art. 90; Sr art. 91; Sv art. 338; Sv art. 339; Sv art. 340; Sv art. 341; Sv art. 342; Sv art. 343; Sv art. 344
Essentie
(Voorwaardelijk) opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel kan worden aangenomen, ondanks gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke storing van de geestvermogens.
Samenvatting
Het Hof heeft op grond van de in het arrest weergegeven overwegingen kunnen aannemen, dat iemand die gedragingen pleegt als het t.a.v. req. bewezen heeft geacht, zich willens en wetens blootstelt aan de aanmerkelijke kans, dat zijn slachtoffer tengevolge van die gedragingen zwaar lichamelijk letsel zal oplopen, zodat de dader geacht moet worden zijn opzet voorwaardelijk op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel te hebben gericht. Deze gevolgtrekking zou bij wijze van uitzondering alleen dan niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.